Greet Dusseldorp over het bezoek aan de Mennonieten (doopsgezinde) begraafplaats in Sosnówka:

4 gru 2011

Greet Dusseldorp over het bezoek aan de Mennonieten (doopsgezinde) begraafplaats in Sosnówka:


De pastoor van Sosnówka geeft uitleg op de Mennonietenbegraafplaats


Sosnówka is een dorpje ten noorden van Toruń tussen Chelmno en Grudiądz gelegen.

In dit dorpje hebben Mennonieten gewoond die afkomstig waren uit Nederland en Duitsland Omdat er geen Mennonieten meer in dat gebied wonen en de begraafplaats heel erg verwaarloosd was, werd aan Leidenaars hulp gevraagd om deze begraafplaats op de knappen. Via Facebook hadden we gezien dat dit heel erg nodig was. Daarom stond op 20 oktober een aantal Toruńgangers klaar bij het Podmurnagebouw, bereid om de handen uit de mouwen te steken en een aantal uren hard te werken om zo enkele graven op te knappen.Voorbereid als we waren, met stevige schoenen en laarzen aan, wilden we ons mannetje/vrouwtje te staan, maar dat was niet nodig. Nadat we in een minibusje waren afgehaald werden we regelrecht naar de begraafplaats in Sosnówka gebracht. Daar waren de pastoor en het hoofd van de plaatselijke basisschool aanwezig om uitleg te geven over de geschiedenis en het leven van een groep Mennonieten in hun gemeenschap.

De Mennonieten

Mennonieten (doopsgezinden) waren volgelingen van Menno Simonsz.uit Witmarsum.

Zij wilden niet leven volgens de wereldlijke en kerkelijke regels die in de zestiende eeuw in de Nederlanden gebruikelijk waren. Ze wezen de kinderdoop af, wilden geen eed afleggen, geen belastingen betalen en geen militaire dienstplicht vervullen. Bovendien gaven ze een eigen uitleg aan de bijbel. Zij werden zwaar vervolgd en ontvluchtten in grote aantallen de Nederlanden. In het noorden van Polen waren zij welkom. Van de verlichte koning van Polen

kregen ze alle voorrechten die ze wilden als ze maar meehielpen het moerasgebied langs de rivier de Wisła bewoonbaar te maken. Dat deden ze en daardoor ziet het gebied in Noord-Polen eruit als een Nederlandse polder compleet met terpen en knotwilgen langs de dijken. Met hun kennis van ontwatering, het aanleggen van dijken en het gebruik van molens hebben zij meegeholpen om het gebied bewoonbaar te maken.

De begraafplaats

Bij de aankomst op de begraafplaats zagen we dat een groot, hoger gelegen deel al schoongemaakt was. In een lager deel waren de graven nog onzichtbaar onder het gras en de struiken. Ter plaatse kregen we uitleg over de Mennonieten die in het dorp hadden gewoond. De eerste mensen uit Nederland waren rond 1540 daar aangekomen, de laatste was in 1946 vertrokken. Vanaf die tijd werd de begraafplaats verwaarloosd, zo erg dat zelfs dorpelingen niet door hadden dat er een begraafplaats was! Mevrouw Teresa Rathsmann, hoofd van de plaatselijk school vond dat er iets moest gebeuren. Zij en de pastoor hebben zich verdiept in de geschiedenis van de Mennonieten en begonnen een actie om de begraafplaats op te knappen. Bij onze aankomst was zwaarste werk al eerder door de vrijwillige brandweer gedaan: zij hadden bomen en struiken verwijderd. Andere vrijwilligers waren bezig de grafzerken te reinigen van mos en andere aangroeisels, en de gebroken naamborden samen te voegen. Nadat we rondgewandeld hadden vertrokken we naar een terp waarop een boerderij stond, vlak bij de rivier. Vervolgens werd een kerkje bezocht waarnaast een gedenksteen staat ter gelegenheid van het feit dat de Mennonieten, die zelf geen soldaten wilden leveren, in 1806 30.000 thaler hadden betaald als bijdrage aan de oorlogsvoering van de Pruisen die toen de macht in dat gebied hadden.

Daarna bezochten we een basisschooltje met 70 leerlingen die hun mooiste kleertjes aan hadden en die nieuwsgierig de invasie Leidenaars bekeken We kregen koffie en taart en via een PowerPoint presentatie werd meer uitleg gegeven over de tijd van de Mennonieten. Zo bleek dat de Mennonieten de welvarendste inwoners van het gebied waren geweest, ze waren godsdienstig, werkten hard en hadden grote boerderijen. Ze trouwden niet buiten hun geloof maar wel met Duitse geloofsgenoten en ontwikkelden een eigen taal dat voor buitenstaanders moeilijk te verstaan was. Hun leven was goed totdat ook zij zich moesten aanpassen aan de regels van het land. Veel Mennonieten bleven trouw aan hun beginselen en zochten nieuwe gebieden om te wonen.In de negentiende eeuw kon de Tsaar van Rusland heel goed mensen gebruiken die wisten hoe ze land konden ontginnen en bewerken en hoe ze dijken moesten aanleggen. Veel Nederlands/Duitse Mennonieten vertrokken daarom uit Polen om in Rusland een nieuw leven te beginnen Ze kregen daar ook weer de voorrechten die ze wensten.

De laatste Mennonitische inwoner van Sosnówka vertrok na de oorlog, waarschijnlijk omdat mensen met Duitse achternamen niet meer gewenst waren. In Sosnówka is er waardering voor de Mennonieten en wat ze hebben gedaan voor de ontwikkeling van het gebied. Daarom wordt er nu gewerkt aan het opknappen van de begraafplaats.